woensdag 10 juli 2013

Hoofdstuk 2

De wolven kwamen steeds dichterbij en de lach van Blackjack galmde door het bos. Ze werden steeds verder teruggedrongen en ze zaten als ratten in de val. Blackjack deed een uithaal naar Jack. Hij wist die net op tijd te ontwijken. Achter zich hoorden hij gepiep en de moed zakte hem in de schoenen. Zijn laatste sprankje hoop was verloren. 'Ooit maakte je mijn leven kapot Jack, nu zal ik het bij jou doen.' zei Blackjack. Jack wist dat hij op de pups doelde, zijn pups. De wolven kwamen steeds dichterbij. 'Snow wij zijn verloren, maar ik zou er mijn leven voor geven om de pups in leven te houden' fluisterde Jack. Snow staarde van Jack naar de pups. Toen knikte ze als bevestiging. 'Ik zal ze in leven houden, al wordt het mijn dood!' antwoordde ze. 'dankjewel' fluisterde hij. Toen stoof hij op Blackjack af en startte daarmee een groot gevecht. Snow bleef even staan en dacht toen aan de pups. Zonder Wolva aan te kijken pakte ze de pups in haar bek en begon te rennen. 'Rennen Snow!' hoorde ze Wolva nog roepen. Alle geluiden vervaagden en ze voelde een pijnscheut door haar lichaam schieten. Ze jankte kort, maar ging door met rennen. Ze voelde een warme straal over haar lichaam glijden. Ze wierp een blik achterom en zag dat de wolven haar achtervolgden. Allemaal hadden ze een zwarte vacht, rode ogen en een meedogenloze blik in hun ogen. Achter zich hoorde ze een luide grom en ze kon nog net zien dat Sjakko en Tommy uit de struiken sprongen, op de duistere wolven. Ze wist dat ze gered was en voor het eerst in het uur voelde ze zich weer goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten