woensdag 10 juli 2013

Hoofdstuk 3

Tommy en Sjakko kwamen tegelijk uit de bosjes gesprongen en stortte zich op de wolven. Sjakko zette zijn tanden in een wolvenhuid en hoorde luid gevloek. ´Idioot!´ brulde een stem en hij werd ruw tegen de grond gegooid. Sjakko piepte, maar zag dat hij Tommy met zijn tanden had doorboord. Die was intussen met een wolf bezig maar vloekte nog steeds. Er zat een grote wond op zijn rug. Sjakko kon wel door de grond zakken. Hij wou weer op een andere wolf springen maar zag ze nog net wegvluchten in het struikgewas. Tommy en hij keken ze na. Daarna wendde Tommy zich tot Sjakko. ´Jou krijg ik nog wel` siste hij dreigend. Hij keek hem nog even kwaad aan maar draaide zich toen om. Sjakko bleef stilstaan. Even was hij geschokt, maar hij besefte dat Tommy het alweer vergeten was. Snow was bezig de wond van Tommy te verzorgen en ze overlegden intussen. Sjakko voelde zich buitengesloten. Veel tijd voor zelfmedelijden had hij echter niet, want dieper in het bos klonk het gejank van de vijandige wolven. Ze beseften alle drie dat ze zo snel mogelijk weg moesten. Snow pakte de puppy's in haar bek en begon te rennen, gevolgd door Tommy. Sjakko aarzelde even maar volgde ze uiteindelijk, het struikgewas in. blaadjes prikten in zijn vacht en schuurden langs zijn huid. Het was dichtbegroeid en je kon de lucht amper zien. 'Schiet eens op slome!' klonk de stem van Tommy. Sjakko zuchtte. Sinds hij Tommy kende, was hij al zo irritant als wat. Hij was koppig en had altijd commentaar op anderen. Sinds kort was het nog erger geworden. Het was veranderd sinds het drama was begonnen... Hij werd uit zijn gedachte gehaald doordat ze stopte. Ze stonden voor een open grasveld midden in het bos, maar de bladeren van de bomen zorgden toch voor beschutting tegen wind en regen. Sjakko liep naar voren en liet zich toen neervallen. Hij was doodop en had zin om de hele dag te slapen. Tommy schudde afkeurend zijn hoofd, maar zei niets. Snow keek de omgeving rond en leek het goed te keuren. Ze legde zich erbij neer dat ze moesten overnachten en ging liggen. 'Zal ik maar gaan jagen dan?' vroeg Tommy. Sjakko knikte, hij had de puf niet meer om wat te zeggen. Tommy verdween in de bosjes en Snow kwam naast Sjakko liggen. Zonder het te weten viel Sjakko in slaap. Snow hield het vol totdat Tommy terug was. Hij had wat vlees bij en groef een gat, waar hij dat in legde. Daarna ging hij naast Snow liggen en ze keken samen naar de sterren. 'Het leven kan snel gaan he?' vroeg hij aan Snow. Die knikte instemmend. 'Jazeker Tommy' antwoordde ze. De volgende ochtend stonden ze al vroeg op. Op de bomen waren vreemde tekens gesneden die nacht. Het leek wel een waarschuwing. Al zwijgend vertrokken ze om de vijandige wolven voor te blijven. Maar diep in hun hart wisten ze dat de dood op de loer lag. En dat ze het zomaar zelf konden worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten